Vertaal
Naar andere talen: • proclamar > DEproclamar > ENproclamar > FR
Vertalingen proclamar ES>NL

proclamar

werkw.
Uitspraak:  [pɾokla'maɾ]

1) hacer público algo en voz alta - verkondigen
Proclamamos nuestro descontento. - We verkondigen onze ontevredenheid.

2) anunciar de manera solemne el comienzo de una forma de gobierno - afkondigen
proclamar la independencia - de onafhankelijkheid afkondigen

3) otorgar un cargo de forma unánime - uitroepen tot
Lo proclamaron rey. - Ze hebben hem uitgeroepen tot koning.

4) mostrar un sentimiento de manera evidente - een uiting zijn
Su llanto proclama la derrota. - Zijn gehuil is een uiting van de nederlaag.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
proclamar (ww.) afkondigen (ww.) ; bekendmaken (ww.) ; decreteren (ww.) ; ordonneren (ww.) ; proclameren (ww.) ; uitroepen (ww.) ; verordenen (ww.) ; verordineren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `proclamar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: anunciar
ES: avisar
ES: comunicar
ES: declarar
ES: decretar
ES: difundir
ES: divulgar
ES: emitir
ES: informar de
ES: ordeñar