Vertalingen ordenar ES>NL
I ordenar
werkw.
1) poner orden en una cosa -
opruimen ordenar libros - boeken opruimen |
2) encaminar una cosa hacia un fin determinado -
op een rijtje zetten ordenar los pensamientos para un examen - de gedachten op een rijtje zetten voor een examen |
3) otorgar un mandato -
bevelen Le ordenó que se callara la boca. - Hij beval hem om zijn mond te houden. |
4) otorgar las órdenes sacerdotales a una persona religie -
wijden (tot priester) El obispo lo ordenó en Pascua. - De bisschop heeft hem met Pasen tot priester gewijd. |
II ordenarse
werkw.
recibir las órdenes sacerdotales -
gewijd worden (tot priester) Se ordenó sacerdote en Pascua. - Met Pasen is hij tot priester gewijd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ordenar (ww.) | rangeren (ww.) ; instrueren (ww.) ; klusje opknappen (ww.) ; klussen (ww.) ; leiden (ww.) ; leidinggeven (ww.) ; melken (ww.) ; op orde brengen (ww.) ; opdracht geven (ww.) ; opdragen (ww.) ; opknappen (ww.) ; opruimen (ww.) ; ordenen (ww.) ; ordonneren (ww.) ; instructie geven (ww.) ; rangordenen (ww.) ; rangschikken (ww.) ; renoveren (ww.) ; restaureren (ww.) ; schiften (ww.) ; sorteren (ww.) ; systematiseren (ww.) ; twist uit de weg ruimen (ww.) ; uitzoeken (ww.) ; verordenen (ww.) ; verordineren (ww.) ; verordonneren (ww.) ; voorschrijven (ww.) ; indelen (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; afdoen (ww.) ; afhandelen (ww.) ; afkondigen (ww.) ; arrangeren (ww.) ; belasten (ww.) ; bergen (ww.) ; beslechten (ww.) ; bevel voeren over (ww.) ; bevelen (ww.) ; commanderen (ww.) ; groeperen (ww.) ; gelasten (ww.) ; gebieden (ww.) ; forceren (ww.) ; ficheren (ww.) ; dwingen (ww.) ; dicteren (ww.) ; decreteren (ww.) ; classificeren (ww.) |
ordenar | een betalingsopdracht geven ; sorteren ; sorteerwerking ; rangschikken. ; rangschikken ; melken ; indelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ordenar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acaudillarES: acometerES: acomodarES: actualizarES: adaptarES: adecentarES: adecuarES: agobiarES: agraviarES: agrupar