Vertaal
Naar andere talen: • presumir > DEpresumir > ENpresumir > FR
Vertalingen presumir ES>NL

I presumir

werkw.
Uitspraak:  [pɾesu'miɾ]

considerar una cosa verdadera a partir de indicios o señales - veronderstellen
Presumo que vamos por el camino correcto. - Ik veronderstel dat we op de goede weg zitten.


II presumir

werkw.

1) exhibir con orgullo una cualidad o algo que se tiene o hace - opscheppen
Presume de su profesión. - Hij schept op over zijn beroep.

2) mostrarse convencido de la belleza propia - pronken
Presume de su aspecto. - Hij loopt te pronken met zijn uiterlijk.

3) cuidar mucho del aspecto personal - indruk maken
Vive sólo para presumir. - Hij leeft alleen maar om indruk te maken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
presumir (ww.) aannemen (ww.) ; ervan uitgaan (ww.) ; geloven (ww.) ; gissen (ww.) ; gissing maken (ww.) ; grootspreken (ww.) ; opscheppen (ww.) ; opsnijden (ww.) ; postuleren (ww.) ; pronken (ww.) ; raden (ww.) ; snoeven (ww.) ; uitgaan van (ww.) ; veronderstellen (ww.) ; vooronderstellen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `presumir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adivinar
ES: ajustar
ES: asumir
ES: barruntar
ES: conjeturar
ES: considerar
ES: cortar
ES: cortar en pedazos
ES: creer
ES: creer en