Vertalingen otorgar ES>NL
I otorgar
werkw.
1) conceder o dar una cosa -
verstrekken otorgar un préstamo - een lening verstrekken |
2) establecer algo en un documento ante un notario -
(laten) verlijden otorgar un poder notarial - een notariële akte verlijden |
3) dar una persona una ley o reglamento juridisch -
verordenen El presidente ha otorgado un nuevo decreto. - De president heeft een nieuw decreet verordend. |
II otorgar
werkw.
aceptar o consentir algo -
toestemmen El que calla otorga. - Wie zwijgt, stemt toe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
otorgar (ww.) | bedelen (ww.) ; begiftigen (ww.) ; beschenken (ww.) ; cadeau doen (ww.) ; cadeau geven (ww.) ; doneren (ww.) ; geven (ww.) ; gunnen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; inwilligen (ww.) ; schenken (ww.) ; toekennen (ww.) ; toestaan (ww.) ; vergunnen (ww.) ; verlenen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `otorgar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: accederES: acceder aES: accedidoES: aceptarES: adjudicarES: admitirES: ahorrarES: aprobarES: asentirES: asentir a