Vertaal
Naar andere talen: • acceder > DEacceder > ENacceder > FR
Vertalingen acceder ES>NL

acceder

werkw.
Uitspraak:  [akɑueˈðeɾ]

1) entrar a un lugar - betreden
acceder al edificio - het gebouw betreden

2) tener acceso - toegang hebben
acceder a la información - toegang hebben tot de informatie

3) obtener algo - toegang krijgen
accedieron a una casa propia - ze kregen toegang tot een eigen huis

4) mostrarse conforme con lo que otro pide - instemmen
Accedió a prestarle el auto. - Hij stemde in om hem de auto te lenen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
acceder (ww.) staven (ww.) ; ingaan (ww.) ; inleveren (ww.) ; instemmen (ww.) ; invoegen (ww.) ; onderschrijven (ww.) ; ondervragen (ww.) ; overgaan op nieuwe rijbaan (ww.) ; overhandigen (ww.) ; overhoren (ww.) ; penetreren (ww.) ; iets toekennen (ww.) ; toebedelen (ww.) ; toekennen (ww.) ; toestaan (ww.) ; toestemmen (ww.) ; toestemmen in (ww.) ; toevoegen (ww.) ; toewijzen (ww.) ; uithoren (ww.) ; uitvragen (ww.) ; verhoren (ww.) ; binnengaan (ww.) ; aankomen (ww.) ; afgeven (ww.) ; akkoord gaan (ww.) ; arriveren (ww.) ; beamen (ww.) ; betreden (ww.) ; bevestigen (ww.) ; bijdoen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; binnenkomen (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnentreden (ww.) ; doordringen (ww.) ; erbij voegen (ww.) ; erop achteruitgaan (ww.) ; geld inleveren (ww.) ; goed vinden (ww.) ; gunnen (ww.)
acceder benaderen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `acceder`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder a
ES: accedido
ES: acercarse
ES: adentrar
ES: adherirse
ES: adjuntar
ES: admitir
ES: agregar
ES: alzar
ES: ampliar