Vertaal
Naar andere talen: • aceptar > DEaceptar > ENaceptar > FR
Vertalingen aceptar ES>NL

aceptar

werkw.
Uitspraak:  [aɑuepˈtaɾ]

1) tomar una persona algo que le envían - aannemen
aceptar el envío - het aannemen van de verzending

2) aprobar algo - goedkeuren
aceptar la oferta - het aanbod goedkeuren

3) asumir cierta situación - aanvaarden
aceptar la realidad - de werkelijkheid aanvaarden

4) permitir a alguien formar parte de una sociedad - goedkeuren
aceptar un nuevo socio - een nieuw lid goedkeuren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aceptar (ww.) aannemen (ww.) ; aanvaarden (ww.) ; accepteren (ww.) ; adopteren (ww.) ; billijken (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; in ontvangst nemen (ww.) ; inwilligen (ww.) ; krijgen (ww.) ; ontvangen (ww.) ; opstrijken (ww.) ; toestaan (ww.) ; vergunnen (ww.) ; voor lief nemen (ww.) ; zich laten gevallen (ww.)
aceptar accepteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `aceptar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder a
ES: acotar
ES: admitir
ES: adoptar
ES: aprobar
ES: consentir
ES: cumplir con
ES: embolsar
ES: embolsarse
ES: escapar