Vertaal
Naar andere talen: • adjudicar > DEadjudicar > ENadjudicar > FR
Vertalingen adjudicar ES>NL

I adjudicar

werkw.
Uitspraak:  [aðxuðiˈkaɾ]

declarar que algo le pertenece a alguien - toewijzen
adjudicar una obra a una empresa - toewijzen van een werkzaamheid aan een bedrijf
adjudicar viviendas a los necesitados - toewijzen van woningen aan behoeftigen


II adjudicarse

werkw.
Uitspraak:  [aðxuðiˈkaɾse]

1) salir vencedor, obtener un premio - winnen
El escritor se adjudicó el premio. - De schrijver heeft de prijs gewonnen.

2) decir alguien que algo le pertenece - zich toe-eigenen
Dos grupos terroristas se adjudicaron el hecho. - Twee terroristische groepen hebben de gebeurtenis opgeëist.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
adjudicar (ww.) aanbesteden (ww.) ; berechten (ww.) ; gunnen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; uitbesteden (ww.)
adjudicar toewijzen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `adjudicar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder a
ES: accedido
ES: admitir
ES: ahorrar
ES: asentir a
ES: asignar
ES: complacer
ES: conceder
ES: conferir
ES: consentir