Vertaal
Naar andere talen: • meter > DEmeter > ENmeter > FR
Vertalingen meter ES>NL

I meter

werkw.
Uitspraak:  [me'teɾ]

1) poner una cosa en el interior de otra - stoppen , steken
Metió el dinero en el bolsillo. - Hij stak het geld in zijn zak.

2) depositar dinero en un banco o invertirlo en un negocio - storten
Fue al banco a meter el dinero que cobró - Hij is naar de bank gegaan om het geld te storten dat hij had ontvangen.

3) hacer que una prenda de vestir quede más corta o estrecha, cortando la tela que sobra - inkorten
Tuvo que meter el pantalón porque le quedaba largo. - Hij moest de broek inkorten omdat die te lang was.

4) lograr un tanto en aquellos deportes en que debe introducir la pelota en la meta contraria - scoren
metió el gol del triunfo - hij scoorde het doelpunt van de overwinning

5) introducir algo de contrabando - binnensmokkelen
meter droga - drugs binnensmokkelen

6) dar un trabajo no por méritos sino por relaciones personales - aan een baan helpen
Conocía a alguien y lo metieron de jefe de planta. - Hij kende iemand en ze hebben hem als afdelingschef aan een baan geholpen.

7) proporcionar algo malo, de baja calidad o contra la propia voluntad - oplichten met
Me metieron un auto fundido. - Ze hebben me opgelicht met een vernielde auto.

8) ocasionar un efecto - veroorzaken
Deja de meter cizaña. - Houd op met stoken.


II meterse

werkw.
Uitspraak:  [me'teɾse]

1) introducir una cosa dentro de otra - binnengaan
El conejo se metió en su cueva. - Het konijn is in zijn hol gekropen.

2) entrometerse en cuestiones ajenas - zich bemoeien
¡No te metas donde no te llaman! - Bemoei je niet met zaken die je niet aangaan!

3) involucrarse una persona en algo que le era ajeno - betrokken raken
meterse en política - betrokken raken bij de politie

4) molestar a alguien - lastig vallen
¡No te metas con ella! - Val haar niet lastig!

5) ensimismarse en algo - zich verdiepen
Está metido en sus libros. - Hij is verdiept in zijn boeken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
meter (ww.) aantasten (ww.) ; aanvreten (ww.) ; bederven (ww.) ; bergen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; deponeren (ww.) ; inprikken (ww.) ; leggen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; opruimen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; posten (ww.) ; posteren (ww.) ; stationeren (ww.) ; wegleggen (ww.) ; zetten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `meter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abastecerse de
ES: almacenar
ES: aniquilar
ES: aparcar
ES: aplastar
ES: aplicar
ES: astillar
ES: clavar
ES: colocar
ES: colocarse