Vertalingen malograr ES>NL
malograr (ww.) | slopen (ww.) ; verzieken (ww.) ; verworden (ww.) ; verwoesten (ww.) ; verprutsen (ww.) ; vernietigen (ww.) ; vernielen (ww.) ; verderven (ww.) ; tegenwerken (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; ruineren (ww.) ; nekken (ww.) ; in de war sturen (ww.) ; dwarsliggen (ww.) ; dwarsbomen (ww.) ; degenereren (ww.) ; bederven (ww.) ; afbreken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `malograr`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abortarES: accidentarES: arruinarES: atropellarES: brutalizarES: contrariarES: contrarrestarES: corromperES: dañarES: degenerar