Vertalingen abortar ES>NL
I abortar
werkw.
1) interrumpir o perder un embarazo -
aborteren La mujer abortó. - De vrouw heeft abortus gepleegd. |
2) fracasar o interrumpir cierto emprendimiento -
afbreken El proyecto abortó. - Het project is stopgezet. |
II abortar
werkw.
1) causar el fracaso de algo -
verijdelen La policía abortó un ataque con armas químicas. - De politie heeft een aanval met chemische wapens verijdeld. |
2) hacer que una cosa empezada no finalice -
afbreken abortar el programa - Het programma afbreken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abortar (ww.) | vruchtafdrijven (ww.) |
abortar | abnormale beëindiging ; afbreken ; uitgooien ; verwerpen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `abortar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: estropearseES: fallarES: fracasarES: frustrarseES: malograrES: venirse abajo