Vertaal
Naar andere talen: • gravar > DEgravar > ENgravar > FR
Vertalingen gravar ES>NL

gravar

werkw.
Uitspraak:  [gɾaaɾ]

1) cargar un tributo sobre una cosa o servicio economie - belasting heffen
Proponen gravar el consumo excesivo de agua. - Ze stellen voor om een belasting te heffen op overmatig watergebruik.

2) pesar un impuesto o tasa sobre algo economie - belasten
Pretenden disminuir el impuesto que grava la producción de lácteos. - Ze zijn van plan om de belasting op melkproducten te verlagen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gravar (ww.) belasten (ww.) ; opdragen (ww.)
gravar belasten ; belastingen heffen ; bezwaren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `gravar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarrotar
ES: agobiar
ES: cargar
ES: embarcar
ES: encargar
ES: llevar
ES: mandar
ES: ordeñar
ES: pesar sobre