Vertaal
Naar andere talen: • agobiar > DEagobiar > ENagobiar > FR
Vertalingen agobiar ES>NL

I agobiar

werkw.
Uitspraak:  [aγoˈβjaɾ]

1) causar gran sufrimiento o preocupar mucho - benauwen
Lo agobian los problemas económicos. - Hij wordt benauwd door de financiële problemen.

2) debilitar el ánimo, causar agotamiento o ahogo - beklemmen
La soledad agobiaba a la gente. - De eenzaamheid beklemde de mensen.
En algunas ciudades duermen la siesta porque el calor agobia. - In sommige steden wordt siësta gehouden vanwege de afmattende hitte.


II agobiarse

werkw.
Uitspraak:  [aγoˈβjaɾse]

sentir gran ansiedad y preocupación, ponerse nervioso - de zenuwen krijgen
Me agobian los exámenes. - Ik krijg de zenuwen van de examens.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
agobiar (ww.) belasten (ww.) ; ergeren (ww.) ; iemand opstoken (ww.) ; opdragen (ww.) ; opjutten (ww.) ; opzetten (ww.) ; storen (ww.) ; vervelen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `agobiar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrumar
ES: animar
ES: apurar
ES: atiborrar
ES: cargar
ES: colmar
ES: encargar
ES: gravar
ES: incitar
ES: mandar