Vertalingen agobiar ES>NL
I agobiar
werkw.
1) causar gran sufrimiento o preocupar mucho -
benauwen Lo agobian los problemas económicos. - Hij wordt benauwd door de financiële problemen. |
2) debilitar el ánimo, causar agotamiento o ahogo -
beklemmen La soledad agobiaba a la gente. - De eenzaamheid beklemde de mensen. En algunas ciudades duermen la siesta porque el calor agobia. - In sommige steden wordt siësta gehouden vanwege de afmattende hitte. |
II agobiarse
werkw.
sentir gran ansiedad y preocupación, ponerse nervioso -
de zenuwen krijgen Me agobian los exámenes. - Ik krijg de zenuwen van de examens. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
agobiar (ww.) | belasten (ww.) ; ergeren (ww.) ; iemand opstoken (ww.) ; opdragen (ww.) ; opjutten (ww.) ; opzetten (ww.) ; storen (ww.) ; vervelen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `agobiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrumarES: animarES: apurarES: atiborrarES: cargarES: colmarES: encargarES: gravarES: incitarES: mandar