| Uitspraak: | ['oi] |
| Hoy regresa de sus vacaciones. - Hij komt vandaag terug van vakantie. |
| Hoy se vive diferente a años atrás. - Tegenwoordig leeft men anders dan jaren geleden. |
| El hoy de la educación no es muy prometedor. - Het huidige onderwijs is niet veelbelovend. |
Voorbeeldzinnen laden....