Vertalingen frustrar ES>NL
I frustrar
werkw.
1) impedir que una idea o proyecto se realice -
verijdelen Los policías frustraron el asalto. - De politie-agenten hebben de overval verijdeld. |
2) quitar a alguien la posibilidad de desarrollar o satisfacer una necesidad -
in de weg staan La crisis financiera frustró las expectativas de trabajo de muchos hombres. - De financiële crisis heeft de werkvooruitzichten van veel mannen verpest. |
II frustrarse
werkw.
tener un sentimiento de insatisfacción -
misgaan Se frustró su sueño. - Zijn droom is op niets uitgelopen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
frustrar (ww.) | afvallen (ww.) ; benadelen (ww.) ; doen mislukken (ww.) ; duperen (ww.) ; dwarsbomen (ww.) ; een stokje steken voor (ww.) ; frustreren (ww.) ; hinderen (ww.) ; laten zakken (ww.) ; onmogelijk maken (ww.) ; ontgoochelen (ww.) ; storen (ww.) ; tegenvallen (ww.) ; teleurstellen (ww.) ; verhinderen (ww.) ; verijdelen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `frustrar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: burlarES: chasquearES: contrariarES: decepcionarES: deludirES: desbaratarES: desilusionarES: dificultarES: engañarES: entorpecer