Vertaal
Naar andere talen: • burlar > DEburlar > ENburlar > FR
Vertalingen burlar ES>NL

I burlar

werkw.
Uitspraak:  ['buɾlaɾ]

1) frustrar una situación peligrosa - doen mislukken
burlar un asalto - een overval doen mislukken

2) huir de alguien que persigue, escaparse - misleiden
Los delincuentes burlaron a la policía. - De misdadigers misleidden de politie.


II burlarse

werkw.
Uitspraak:  ['buɾlaɾse]

hacer o decir algo para ridiculizar a alguien o algo - de spot drijven
Se burla de las discapacidades ajenas. - Hij drijft de spot met andersmans gebreken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
burlar (ww.) bedriegen (ww.) ; dollen (ww.) ; een poets bakken (ww.) ; gekheid uithalen (ww.) ; gekscheren (ww.) ; grappen (ww.) ; malligheid uithalen (ww.) ; misleiden (ww.) ; schertsen (ww.) ; streek uithalen (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `burlar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: bromear
ES: burlarse
ES: burlarse de
ES: chancear
ES: chasquear
ES: decepcionar
ES: defraudar
ES: deludir
ES: desengañar
ES: embabucar