Vertalingen desilusionar ES>NL
I desilusionar
werkw.
Uitspraak: | [desilusjo'naɾ] |
hacer perder las expectativas -
tegenvallen El resultado del examen desilusionó a sus padres. - Het resultaat van het examen voldeed niet aan de verwachtingen van zijn ouders. |
II desilusionarse
werkw.
perder las expectativas sobre alguien o algo -
gedesillusioneerd worden Se desilusionó con el nuevo trabajo. - Hij werd gedesillusioneerd met het nieuwe werk. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
desilusionar (ww.) | afknappen (ww.) ; afvallen (ww.) ; benadelen (ww.) ; desillusioneren (ww.) ; duperen (ww.) ; er vanaf breken (ww.) ; frustreren (ww.) ; laten zakken (ww.) ; ontgoochelen (ww.) ; tegenvallen (ww.) ; teleurstellen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `desilusionar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: arruinarseES: caer en ruinaES: caerseES: decaerES: decepcionarES: derrumbarseES: estropearseES: fliparseES: frustrarES: hundirse