Vertalingen frente ES>NL
I la frente
zelfst.naamw.
parte de la cara que ocupa el sector superior de la misma anatomie -
voorhoofd El sombrero le cubrió la frente. - De hoed bedekte zijn voorhoofd. |
II el frente
zelfst.naamw.
1) parte delantera de una vivienda -
voorgevel Pintó el frente de su casa. - Hij heeft de voorgevel van zijn huis geschilderd. |
2) zona de combate en un conflicto bélico defensie -
front La tropa se dividió en tres frentes. - Het leger heeft zich in drie fronten verdeeld. |
3) superficie de contacto entre dos masas de aire diferentes meteorologie -
front Se espera un frente frío para el fin de semana. - Voor het weekend wordt een koufront verwacht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el frente (m) | gevelbreedte (znw.) ; het voorhoofd ; de voorzijde ; de vuurlijn |
el frente | de voorkant |
frente | front ; voorhoofd |
Bronnen: interglot; pijnstillerinfocentrum; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `frente`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: barbillaES: cabezaES: calaveraES: caraES: coronaES: coronillaES: cráneoES: delanteraES: exteriorES: fachada