Vertalingen acoger ES>NL
I acoger
werkw.
1) aceptar la llegada de alguien -
opnemen acoger inmigrantes - immigranten opnemen |
2) aceptar con agrado -
ontvangen acoger las críticas - kritiek ontvangen |
II acogerse
werkw.
disminución de la distancia entre dos elementos -
zijn toevlucht nemen , zich beroepen un acercamiento a sus orígenes - een toenadering tot zijn herkomst |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
acoger (ww.) | absorberen (ww.) ; binnenhalen (ww.) ; feestelijk onthalen (ww.) ; fêteren (ww.) ; fuiven (ww.) ; onthalen (ww.) ; ontvangen (ww.) ; opnemen (ww.) ; opslorpen (ww.) ; opslurpen (ww.) ; opvangen (ww.) ; vergasten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `acoger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrigarES: absorberES: alzarES: beberseES: beberse haciendo ruidoES: ciudar deES: cobijarES: cobrarES: cogerES: convidar