Vertalingen emparejar ES>NL
I emparejar
werkw.
1) unir formando un grupo de dos -
een paar vormen emparejar unos guantes - een paar vormen van wanten |
2) colocar al mismo nivel -
gelijk maken emparejar un terreno - een terrein gelijk maken |
II emparejarse
werkw.
unirse sentimentalmente dos personas -
een paar vormen Se emparejaron en primavera. - In de lente vormden ze een paar. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
emparejar | tot een paar bijeenvoegen |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `emparejar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aparearES: ayuntarES: empatarES: equilibrarES: equipararES: igualarES: juntarES: nivelarES: parangonarES: unir