Vertalingen empatar ES>NL
empatar
werkw.
obtener un mismo número de puntos o votos en una confrontación -
gelijk spelen Los equipos empataron el partido. - De teams hebben de wedstrijd gelijk gespeeld. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
empatar (ww.) | ermee uitscheiden (ww.) ; gelijkspelen (ww.) ; gelijkstaan (ww.) ; opgeven (ww.) ; ophouden (ww.) ; quitte spelen (ww.) ; staken (ww.) ; stoppen (ww.) ; uitscheiden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `empatar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abandonarES: aparearES: emparejarES: equilibrarES: equipararES: excretarES: igualarES: nivelarES: parangonarES: parar