Vertaal
Naar andere talen: • desembolsar > DEdesembolsar > ENdesembolsar > FR
Vertalingen desembolsar ES>NL
desembolsar (ww.) afbetalen (ww.) ; aflossen (ww.) ; ophoesten (ww.) ; uitbetalen (ww.) ; voor de dag komen met (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `desembolsar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aflojar
ES: ajustar
ES: amortizar
ES: arreglar
ES: chocar
ES: compensar
ES: entregar
ES: gastar
ES: hacer efectivo
ES: liquidar