Vertaal
Naar andere talen: • compensar > DEcompensar > ENcompensar > FR
Vertalingen compensar ES>NL

I compensar

werkw.
Uitspraak:  [kompen'saɾ]

neutralizar los efectos negativos de una cosa - vergoeden
El dinero compensó los daños. - Met het geld werd de schade vergoed.


II compensar

werkw.

obtener retribución suficiente por algo que se ha realizado - goedmaken
No te preocupes por mis esfuerzos, me compensa tu agradecimiento. - Maak je geen zorgen om mijn inspanningen, jouw erkentelijkheid is meer dan genoeg voor me.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
compensar (ww.) belonen (ww.) ; betalen (ww.) ; bezoldigen (ww.) ; bijspijkeren (ww.) ; compenseren (ww.) ; goedmaken (ww.) ; honoreren (ww.) ; inhalen (ww.) ; opwegen (ww.) ; salariëren (ww.) ; vergoeden (ww.)
compensar balanceren ; compenseren ; salderen ; trimmen
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `compensar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abonar honorarios
ES: admitir
ES: ajustar
ES: amortizar
ES: arreglar
ES: atender
ES: dar alcance a
ES: desagraviar
ES: desembolsar
ES: devolver