Vertaal
Naar andere talen: • decrecer > DEdecrecer > ENdecrecer > FR
Vertalingen decrecer ES>NL
decrecer (ww.) achteruitgaan (ww.) ; afnemen (ww.) ; declineren (ww.) ; inkrimpen (ww.) ; kleiner worden (ww.) ; krimpen (ww.) ; minder worden (ww.) ; slinken (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verminderen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `decrecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abreviar
ES: ahorrar
ES: aminorar
ES: bajar
ES: decaer
ES: declinar
ES: desaparecer
ES: descender
ES: disminuir
ES: disminuirse