Vertalingen disminuir ES>NL
disminuir
werkw.
hacer menor la cantidad o intensidad de algo -
verminderen En la universidad disminuyó la cantidad de ingresantes este año. - Op de universiteit is het aantal inschrijvingen dit jaar gedaald. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
disminuir (ww.) | slinkend (ww.) ; zakken (ww.) ; wegsterven (ww.) ; vervallen (ww.) ; verminderen (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verflauwen (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; uitwoeden (ww.) ; terugschroeven (ww.) ; teruggaan (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; tanend (ww.) ; tanen (ww.) ; smelten (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; minderen (ww.) ; minder worden (ww.) ; minder maken (ww.) ; luwen (ww.) ; krimpen (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; kelderen (ww.) ; declineren (ww.) ; dalen (ww.) ; afnemend (ww.) ; afnemen (ww.) ; achteruitgaan (ww.) |
disminuir | verminderen,verzwakken ; vertragen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `disminuir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abreviarES: achicarES: acortarES: adormilarseES: aflojarES: ahorrarES: amenguarES: aminorarES: amodorrarseES: anular