Vertalingen abreviar ES>NL
abreviar (ww.) | inkorten (ww.) ; verlagen (ww.) ; verkorten (ww.) ; samenvatten (ww.) ; recapituleren (ww.) ; minder worden (ww.) ; lager maken (ww.) ; korter maken (ww.) ; korten (ww.) ; kort samenvatten (ww.) ; declineren (ww.) ; beperken (ww.) ; bekorten (ww.) ; afnemen (ww.) ; afkorten (ww.) ; achteruitgaan (ww.) |
abreviar | afkorten ; vervangen ; exploderen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `abreviar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acortarES: ahorrarES: aminorarES: atajarES: atrocharES: bajarES: bajar el precioES: compendiarES: condensarES: decaer