Vertalingen declinar ES>NL
declinar (ww.) | glooien (ww.) ; wegsturen (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; verwerpen (ww.) ; vervoegen (ww.) ; vervallen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; verlopen (ww.) ; verkommeren (ww.) ; vergaan (ww.) ; verbuigen (ww.) ; flippen (ww.) ; flauw hellend aflopend (ww.) ; declineren (ww.) ; begeven (ww.) ; afwimpelen (ww.) ; afwijzen (ww.) ; afstemmen (ww.) ; afschepen (ww.) ; aflopen (ww.) ; afkeuren (ww.) |
declinar | leunen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `declinar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agravarseES: amortiguarES: arruinarseES: avanzarES: bajarES: caducarES: caer en ruinaES: cascarES: conjugarES: corromperse