Vertalingen copiar ES>NL
I copiar
werkw.
1) reproducir una cosa mediante la imitación -
namaken | Muchas mujeres copiaron su peinado. - Heel veel vrouwen hebben haar kapsel nagemaakt. |
2) escribir una cosa que figura en otro lugar o apuntar lo que dice una persona -
kopiëren | Tomar apuntes no es copiar lo que yo diga. - Het maken van aantekeningen is niet dat je moet kopiëren wat ik zeg. |
3) reproducir exactamente algo que se está mirando -
natekenen | Copiaba con fidelidad los paisajes de los alrededores. - Hij tekende de landschappen van de omgeving nauwkeurig na. |
4) imitar a una persona en el modo de ser o el lenguaje -
nabootsen | Los niños copian generalmente los gestos y actitudes de los mayores. - In het algemeen bootsen kinderen de gebaren en houdingen van volwassenen na. |
II copiar
werkw.
hacer un examen ayudándose con medios fraudulentos -
spieken | Me pillaron copiando. - Ze hebben me betrapt toen ik zat te spieken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| copiar (ww.) | namaken (ww.) ; vervalsen (ww.) ; spieken (ww.) ; prenten (ww.) ; overtrekken (ww.) ; overschrijven (ww.) ; overkalken (ww.) ; naäpen (ww.) ; natekenen (ww.) ; nabootsen (ww.) ; met pen overtekenen (ww.) ; kopiëren (ww.) ; kopie trekken (ww.) ; falsificeren (ww.) ; afkijken (ww.) |
| copiar | aanhalen ; ontlenen ; kopiëren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `copiar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acabar enES: apagarES: calcarES: cometer plagioES: contrahacerES: demarcarES: desatornillarES: desenroscarES: dibujarES: duplicar