Vertaal
Naar andere talen: • extirpar > DEextirpar > ENextirpar > FR
Vertalingen extirpar ES>NL

extirpar

werkw.
Uitspraak:  [ekstiɾ'paɾ]

1) cortar a través de cirugía un órgano o parte del cuerpo enfermo medisch - operatief verwijderen
Los doctores extirparon el pulmón perforado. - De artsen hebben de geperforeerde long operatief verwijderd.

2) destruir totalmente algo - uitroeien
La presidenta extirpó la corrupción política. - De presidente heeft de politieke corruptie uitgeroeid.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
extirpar (znw.)de amputatie (v)
extirpar (ww.) vervreemden (ww.) ; wegwerken (ww.) ; wegvagen (ww.) ; wegnemen (ww.) ; weghalen (ww.) ; wegdoen (ww.) ; wegbrengen (ww.) ; verwijderen (ww.) ; afnemen (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verdelgen (ww.) ; uitroeien (ww.) ; uitnemen (ww.) ; ecarteren (ww.) ; amputeren (ww.) ; afzonderen (ww.) ; afzetten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `extirpar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alejarse
ES: amputar
ES: asesinar
ES: borrar
ES: cambiar la fecha
ES: dar muerte
ES: derribar
ES: desarmar
ES: desmantelar
ES: desmontar