Vertaal
Naar andere talen: • complacer > DEcomplacer > ENcomplacer > FR
Vertalingen complacer ES>NL

I complacer

werkw.
Uitspraak:  [kompla'ɑueɾ]

provocar satisfacción a alguien - behagen
Complació al auditorio. - Hij behaagde het auditorium.


II complacerse

werkw.
Uitspraak:  [kompla'ɑueɾse]

sentir agrado o satisfacción de algo o alguien - genoegen scheppen
complacerse con la música - genieten van de muziek

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
complacer (ww.) blij maken (ww.) ; gunnen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; in verrukking brengen (ww.) ; plezieren (ww.) ; tevreden stellen (ww.) ; verblijden (ww.) ; vergenoegen (ww.) ; verheugd (ww.) ; verrukken (ww.)
complacer toegeven aan
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `complacer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder a
ES: accedido
ES: adjudicar
ES: admitir
ES: ahorrar
ES: alegrar
ES: aplacar
ES: asentir a
ES: conceder
ES: conferir