Vertaal
Naar andere talen: • conceder > DEconceder > ENconceder > FR
Vertalingen conceder ES>NL

conceder

werkw.
Uitspraak:  [konɑue'ðeɾ]

1) proporcionar algo a alguien - verlenen
conceder un subsidio - een subsidie verlenen

2) adjudicar una condición a algo o alguien - geven
Tú le concedes un significado muy distinto a mis palabras. - Jij geeft een heel andere betekenis aan mijn woorden.

3) aceptar como verdadero - toegeven aan
Si concedo esa afirmación se destruye mi tesis. - Als ik toegeef aan die bewering, valt mijn hele proefschrift uit elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
conceder (ww.) laten (ww.) ; verstrekken (ww.) ; verlenen (ww.) ; vergunnen (ww.) ; toestemmen (ww.) ; toestaan (ww.) ; toelaten (ww.) ; toekennen (ww.) ; staven (ww.) ; schenken (ww.) ; permitteren (ww.) ; onderschrijven (ww.) ; laten doen (ww.) ; beamen (ww.) ; inwilligen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; gunnen (ww.) ; goedvinden (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; geven (ww.) ; duren (ww.) ; dulden (ww.) ; doneren (ww.) ; cadeau geven (ww.) ; cadeau doen (ww.) ; bevestigen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `conceder`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder
ES: acceder a
ES: accedido
ES: aceptar
ES: adherirse
ES: adjudicar
ES: admitir
ES: ahorrar
ES: aprobar
ES: asentir