Vertaal
Naar andere talen: • anudar > DEanudar > ENanudar > FR
Vertalingen anudar ES>NL

anudar

werkw.
Uitspraak:  [anuˈðaɾ]

1) unir o fijar dos cosas mediante nudos - knopen
anudar la corbata - de das knopen

2) hacer un nudo para que quede sujeto algo - vastknopen
anudar la bolsa de basura - de vuilniszak vastknopen

3) unir o fortalecer algo inmaterial - herenigen
Con la boda, anudaron las familias. - Met de bruiloft werden de families herenigd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anudar (ww.) aan elkaar binden (ww.) ; aan elkaar knopen (ww.) ; aanknopen (ww.) ; aanlokken (ww.) ; dichtbinden (ww.) ; knopen (ww.) ; lokken (ww.) ; meelokken (ww.) ; strikken (ww.) ; toebinden (ww.) ; vastknopen (ww.) ; verleiden (ww.) ; verlokken (ww.) ; voortlokken (ww.) ; weglokken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anudar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrochar
ES: amarrar
ES: atar
ES: ceñirse
ES: colocar
ES: desatar
ES: desligar
ES: fijar
ES: juntar
ES: ligar