Vertaal
Naar andere talen: • abrochar > DEabrochar > ENabrochar > FR
Vertalingen abrochar ES>NL

abrochar

werkw.
Uitspraak:  [aβroˈʧaɾ]

cerrar con broches o botones - dichtknopen , vastmaken
abrochar el cinturón - de riem vastmaken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abrochar (ww.) dichtdoen (ww.) ; verbinden (ww.) ; vastkoppelen (ww.) ; vasthaken (ww.) ; vastgespen (ww.) ; toebinden (ww.) ; samenbinden (ww.) ; knopen (ww.) ; dichtknopen (ww.) ; aan elkaar binden (ww.) ; dichtbinden (ww.) ; bevestigen (ww.) ; aankoppelen (ww.) ; aanhaken (ww.) ; aangespen (ww.) ; aaneenbinden (ww.) ; aan elkaar knopen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abrochar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abotonar
ES: acoplar
ES: amarrar
ES: anudar
ES: atar
ES: cerrar con hebilla
ES: colocar
ES: concluir
ES: cuadrar
ES: desatar