Vertalingen picardía ES>NL
la picardía
zelfst.naamw.
1) habilidad y gracia en la que hay cierta malicia -
sluwheid | Tiene picardía para los juegos de cartas. - Hij is sluw met kaartspelen. |
2) travesura como las que cometen los niños -
kattenkwaad | Las reuniones de los primos eran un mundo de picardías. - De bijeenkomsten van de neven zaten vol met kattenkwaad. |
3) dicho o hecho ligeramente erótico y que no llega a ser grosero -
zwoelheid | una mirada llena de picardía - een blik vol met zwoelheid |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la picardía (v) | de baldadigheid (v) ; deugnieterij (znw.) ; de gekheid (v) ; het kattenkwaad ; de kwajongensstreek ; de lelijkheid (v) ; de malligheid (v) ; de ondeugendheid (v) ; de schelmenstreek ; de schelmerij (v) ; de snaaksheid (v) ; de stoutheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `picardía`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: astuciaES: bellaqueríaES: bribonadaES: diabluraES: granujadaES: granujeríaES: habilidadES: ingenioES: maliciaES: pillería
