Vertaal
Naar andere talen: • alegar > DEalegar > ENalegar > FR
Vertalingen alegar ES>NL

I alegar

werkw.
Uitspraak:  [aleˈγaɾ]

dar argumentos en favor de algo - aanvoeren
Alegó problemas de salud para justificar su inasistencia. - Hij voerde gezondheidsproblemen aan om zijn afwezigheid te verantwoorden.


II alegar

werkw.

justificar hechos para defender una causa - beroepen
El abogado decidió alegar. - De advocaat besloot om te protesteren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
alegar aanvoeren
Bron: Trueterm


Voorbeeldzinnen met `alegar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aducir
ES: argumentar
ES: argüir
ES: contender
ES: contradecir
ES: deliberar
ES: discutir
ES: plantear
ES: postular
ES: pretender