Vertalingen abrumar ES>NL
abrumar
werkw.
1) preocupar en exceso -
overstelpen El cambio en el código penal abrumó a la prensa. - De wijzigingen in het wetboek van strafrecht heeft de pers overdonderd. |
2) hacer que alguien no sepa cómo reaccionar -
verlegen maken , verwarren Me abruma tanta amabilidad. - Zoveel vriendelijkheid maakt mij verlegen. |
3) causar agotamiento -
bedelven Abrumó a su tía con preguntas. - Hij overstelpte zijn tante met vragen . |
4) producir asombro -
verwarren La belleza del paisaje abrumó a la niña. - De schoonheid van het landschap bracht het meisje in verwarring. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abrumar (ww.) | bestormen (ww.) ; overbluffen (ww.) ; overdonderen (ww.) ; overmannen (ww.) ; overmeesteren (ww.) ; overstelpen (ww.) ; overweldigen (ww.) ; zich meester maken van (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abrumar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agobiarES: apabullarES: arrollarES: atiborrarES: aturdirES: colmarES: colmar de