Vertalingen bombo ES>NL
el bombo
zelfst.naamw.
1) tambor grande empleado en las orquestas o bandas muziek -
grote trom | tocar el bombo - de grote trom slaan |
2) caja para las bolas un sorteo -
koker | girar el bombo - de koker ronddraaien |
3) vientre de la mujer embarazada -
dikke buik | No se le notaba el bombo. - Je zag haar dikke buik niet. |
4) publicidad excesiva que se le da a algo -
ophef | Le dieron mucho bombo a las elecciones. - Ze maakten veel ophef over de verkiezingen. |
 con/a bombo y platillo
(=con publicidad y difusión extrema) - met veel bombarie
Anunciaron la victoria con/a bombo y platillo. - De hebben de overwinning met veel bombarie aangekondigd.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| bombo | grote trom ; kogelmolen ; kogelmolen voor nat malen |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `bombo`
Voorbeeldzinnen laden....
