Vertaal
Naar andere talen: • sujetar > DEsujetar > ENsujetar > FR
Vertalingen sujetar ES>NL

sujetar

werkw.
Uitspraak:  [suxe'taɾ]

1) sostener o asir a alguien o a algo de modo que no se mueva o caiga - vasthouden
Lo sujetaron entre sus amigos para que no ocasionara una pelea. - Ze hielden hem tussen zijn vrienden vast zodat hij geen ruzie zou veroorzaken.

2) aplicar una cosa a otra para que no se mueva o caiga - vastmaken
Sujetó los apuntes con un pisapapeles. - Hij legde de aantekeningen vast met een presse-papier.

3) obligar a alguien o algo a seguir cierta norma - onderwerpen
Es tu obligación sujetar a tu hijo a ciertos límites. - Het is je verplichting om je zoon aan bepaalde limieten te onderwerpen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sujetar (ww.) vasthouden (ww.) ; opbinden (ww.) ; opjutten (ww.) ; porren (ww.) ; schoren (ww.) ; schragen (ww.) ; steunen (ww.) ; stutten (ww.) ; vastbinden (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; vastklemmen (ww.) ; vastknellen (ww.) ; vastleggen (ww.) ; vastmaken (ww.) ; vastsjorren (ww.) ; vastzetten (ww.) ; verbinden (ww.) ; verzekeren (ww.) ; omhoogbinden (ww.) ; aan elkaar bevestigen (ww.) ; aanjagen (ww.) ; aansporen (ww.) ; afbinden (ww.) ; afsnoeren (ww.) ; beethouden (ww.) ; bevestigen (ww.) ; dragen (ww.) ; hoogbinden (ww.) ; houden (ww.) ; klampen (ww.) ; knellen (ww.) ; motiveren (ww.)
sujetar beladen ; verstouwen ; spannen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `sujetar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acentuar
ES: afilar
ES: aguijonear
ES: alentar
ES: amarrar
ES: animar
ES: apoyar
ES: apresurar
ES: apuntalar
ES: arreciar