Vertalingen gravar ES>NL
gravar
werkw.
1) cargar un tributo sobre una cosa o servicio economie -
belasting heffen Proponen gravar el consumo excesivo de agua. - Ze stellen voor om een belasting te heffen op overmatig watergebruik. |
2) pesar un impuesto o tasa sobre algo economie -
belasten Pretenden disminuir el impuesto que grava la producción de lácteos. - Ze zijn van plan om de belasting op melkproducten te verlagen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gravar (ww.) | belasten (ww.) ; opdragen (ww.) |
gravar | belasten ; belastingen heffen ; bezwaren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gravar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abarrotarES: agobiarES: cargarES: embarcarES: encargarES: llevarES: mandarES: ordeñarES: pesar sobre