Vertaal
Naar andere talen: • fregar > DEfregar > ENfregar > FR
Vertalingen fregar ES>NL

I fregar

werkw.
Uitspraak:  [fɾeaɾ]

1) frotar algo con un paño, agua y jabón para limpiarlo - afwassen
fregar los cubiertos - het bestek afwassen

2) frotar algo, generalmente un material áspero, con otro - schrobben
Se friega los callos con una lija para quitárselos. - Hij schrobt zijn eeltplekken met een vijl om ze te verwijderen.


II fregar

werkw.

molestar a alguien - vervelen
Los niños fregaron durante toda la cena. - De kinderen hebben het hele diner zitten vervelen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fregar (ww.) afboenen (ww.) ; afschrobben (ww.) ; boenen (ww.) ; dweilen (ww.) ; gladmaken (ww.) ; gladwrijven (ww.) ; insmeren (ww.) ; opdweilen (ww.) ; politoeren (ww.) ; schoonboenen (ww.) ; schoonschrobben (ww.) ; schrobben (ww.) ; uitwrijven (ww.)
fregar wrijven
Bronnen: interglot; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `fregar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrillantar
ES: aclarar
ES: adornar
ES: alisar
ES: aplicar
ES: asear
ES: baldear
ES: bañar
ES: barrer
ES: cepillar