Vertaal
Naar andere talen: • banar > DEbanar > ENbanar > FR
Zie ook: bañar

Vertalingen banar ES>NL

I bañar

werkw.
Uitspraak:  ['baɲaɾ]

1) meter el cuerpo en agua para asearse o nadar - wassen
bañar al perro - de hond wassen

2) sumergir algo en un líquido - bevochtigen
bañar con licor la torta - de taart met likeur bevochtigen

3) cubrir algo con una capa de otra sustancia - overgieten
bañar de oro - overgieten met goud


II bañarse

werkw.
Uitspraak:  [ba'ɲaɾse]

meterse en agua para asearse o nadar - zich baden , (gaan) zwemmen
bañarse en el río - gaan zwemmen in de rivier

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bañar (ww.) omspoelen (ww.) ; uitspoelen (ww.)
banar dippen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `banar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: cromar
ES: enjabonar
ES: ensopar
ES: fregar
ES: frotar con jabón
ES: galvanizar
ES: hundir
ES: jabonar
ES: mojar
ES: niquelar