Vertalingen abrillantar ES>NL
abrillantar (ww.) | opdoffen (ww.) ; wrijven (ww.) ; uitdossen (ww.) ; politoeren (ww.) ; poetsen (ww.) ; perfectioneren (ww.) ; opwrijven (ww.) ; optutten (ww.) ; oppoetsen (ww.) ; bijschaven (ww.) ; opdirken (ww.) ; opblinken (ww.) ; glinsteren (ww.) ; glimmen (ww.) ; gladwrijven (ww.) ; gladmaken (ww.) ; fonkelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abrillantar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: adornarES: alisarES: aplanarES: brillarES: bruñirES: chispearES: dar brilloES: dar lustreES: dorarES: elogiar