Vertalingen dibujar ES>NL
I dibujar
werkw.
1) realizar trazos sobre una superficie para formar una figura -
tekenen Los niños dibujan a su familia. - De kinderen tekenen hun familie. |
2) describir fielmente la realidad -
beschrijven El libro dibuja perfectamente las costumbres del siglo pasado. - Het boek beschrijft op perfecte wijze de gewoonten van de vorige eeuw. |
II dibujarse
werkw.
aparecer sin precisión algo que estaba oculto -
zich aftekenen Se dibujaba a lo lejos el primer pueblo. - Het eerste dorp tekende zich in de verte af. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dibujar (ww.) | afbeelden (ww.) ; met pen overtekenen (ww.) ; overtrekken (ww.) ; portretteren (ww.) ; schilderen (ww.) ; tekenen (ww.) ; uittekenen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dibujar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: copiarES: demarcarES: pintarES: recubrirES: retratarES: trazar