Vertalingen verzaubern DE>NL
I verzaubern
werkw.
1) jemanden / etw. durch einen Zauberspruch in jemand anderen / etw. anderes verwandeln -
betoveren Die Hexe hat ihn in einen Raben verzaubert. - De heks heeft hem in een raaf betoverd |
2) jemanden faszinieren und begeistern -
betoveren Ihr Anblick hat alle verzaubert. - De betoverende aanblik van haar raakte iedereen. |
II die Verzauberung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈʦaubərʊŋ] |
Verbuigingen: | Verzauberung , Verzauberungen |
deel van de uitdrukking: betovering © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verzaubern (ww.) | beheksen (ww.) ; bekoren (ww.) ; betoveren (ww.) ; bevallen (ww.) ; blij maken (ww.) ; in verrukking brengen (ww.) ; omtoveren (ww.) ; plezieren (ww.) ; verblijden (ww.) ; verheugd (ww.) ; verrukken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzaubern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anlockenDE: anmutenDE: behexenDE: bestechenDE: bestrickenDE: bezaubernDE: erfreuenDE: freuenDE: gefallenDE: reizen