Vertalingen reizen DE>NL
reizen
werkw.
1) verlockend auf jemanden wirken -
aanspreken Würde es dich nicht reizen, mitzufahren? - Zou het je bevallen om mee te rijden? |
2) jemanden (absichtlich) in Wut bringen -
irriteren gereizt reagieren - geïrriteerd reageren Du solltest den Hund besser nicht reizen. - Je kunt de hond beter niet vervelen. |
3) einen unangenehmen körperlichen Reiz ausüben -
prikkelen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
reizen (ww.) | tarten (ww.) ; opwinden (ww.) ; pesten (ww.) ; plagen (ww.) ; plezieren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; provoceren (ww.) ; sarren (ww.) ; stangen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; opwekken (ww.) ; tergen (ww.) ; treiteren (ww.) ; uitdagen (ww.) ; uitlokken (ww.) ; verblijden (ww.) ; verheugd (ww.) ; verrukken (ww.) ; zieken (ww.) ; opkrikken (ww.) ; aandrijven (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.) ; aansporen (ww.) ; bekoren (ww.) ; bevallen (ww.) ; blij maken (ww.) ; ergeren (ww.) ; in verrukking brengen (ww.) ; irriteren (ww.) ; jennen (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; ophitsen (ww.) |
der Reizen | de stimuli ; de stimulansen ; de prikkels ; de drijfveren |
reizen | irriteren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `reizen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ankurbelnDE: anlockenDE: anregenDE: anreizenDE: anspornenDE: auf die Nerven gehenDE: aufhetzenDE: aufmunternDE: aufpolierenDE: aufputschenUitdrukkingen en gezegdes
DE: gereizt
NL: geprikkeld, boos