Vertaal
Naar andere talen: • reizen > ENreizen > ESreizen > FR
Vertalingen reizen DE>NL

reizen

werkw.
Uitspraak:  [ˈraiʦən]

1) verlockend auf jemanden wirken - aanspreken
Würde es dich nicht reizen, mitzufahren? - Zou het je bevallen om mee te rijden?

2) jemanden (absichtlich) in Wut bringen - irriteren
gereizt reagieren - geïrriteerd reageren
Du solltest den Hund besser nicht reizen. - Je kunt de hond beter niet vervelen.

3) einen unangenehmen körperlichen Reiz ausüben - prikkelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
reizen (ww.) tarten (ww.) ; opwinden (ww.) ; pesten (ww.) ; plagen (ww.) ; plezieren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; provoceren (ww.) ; sarren (ww.) ; stangen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; opwekken (ww.) ; tergen (ww.) ; treiteren (ww.) ; uitdagen (ww.) ; uitlokken (ww.) ; verblijden (ww.) ; verheugd (ww.) ; verrukken (ww.) ; zieken (ww.) ; opkrikken (ww.) ; aandrijven (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.) ; aansporen (ww.) ; bekoren (ww.) ; bevallen (ww.) ; blij maken (ww.) ; ergeren (ww.) ; in verrukking brengen (ww.) ; irriteren (ww.) ; jennen (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; ophitsen (ww.)
der Reizende stimuli ; de stimulansen ; de prikkels ; de drijfveren
reizen irriteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `reizen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ankurbeln
DE: anlocken
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: auf die Nerven gehen
DE: aufhetzen
DE: aufmuntern
DE: aufpolieren
DE: aufputschen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: gereizt NL: geprikkeld, boos