Vertalingen verwirken DE>NL
verwirken (ww.) | een spier verrekken (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opvreten (ww.) ; uitgeven voor een maaltijd (ww.) ; verbeuren (ww.) ; verorberen (ww.) ; verslinden (ww.) ; verteren (ww.) |
verwirken | inboeten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verwirken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhebenDE: angehenDE: anlaufenDE: ansteigenDE: anziehenDE: aufbrauchenDE: aufbrechenDE: aufsteigenDE: aufwallenDE: aufwehen