Vertalingen vergeben DE>NL
I vergeben
werkw.
1) jemandem wegen eines Fehlers nicht mehr böse sein -
vergeven Bitte vergib mir! - Vergeef mij alstublieft! jemandem seine Sünden vergeben - iemand zijn zonden vergeven |
2) jemandem geben, zuteilen -
vergeven An wen wurde die Wohnung vergeben? - Aan wie zou u de woning vergeven? Es sind noch freie Stellen zu vergeben. - Er zijn nog vrije plaatsen te vergeven. |
II die Vergebung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈgeːbʊŋ] |
Verbuigingen: | Vergebung |
deel van de uitdrukking: vergeving um Vergebung bitten - om vergiffenis smeken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vergeben (ww.) | aanbesteden (ww.) ; neerleggen (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; uitbesteden (ww.) ; vergeven (ww.) ; vergiffenis schenken (ww.) ; weggeven (ww.) ; wegschenken (ww.) |
vergeben | gunnen ; toewijzen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vergeben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ablegenDE: abstellenDE: anbringenDE: aufstellenDE: AusgebenDE: auspackenDE: ausplaudernDE: bettenDE: einordnenDE: einstellenUitdrukkingen en gezegdes
DE: seiner Ehre etwas
vergeben
NL: iets aan zijn eer te kort doenDE: die Karten
vergeben
NL: de kaarten verkeerd gevenDE: sich etwas
vergeben
NL: aan zijn waardigheid te kort doen