Vertalingen ausgeben DE>NL
ausgeben
werkw.
1) Geld bezahlen, verbrauchen -
uitgeven sein Geld für Bücher ausgeben - zijn geld aan boeken uitgeven |
2) verteilen, jemandem geben -
uitgeven , uitdelen eine Broschüre an die Mitarbeiter ausgeben - een brochure aan de medewerkers uitdelen |
3) in Umlauf bringen -
uitgeven neue Banknoten ausgeben - nieuwe bankbiljetten uitgeven |
4) offiziell erlassen, bekannt geben -
uitgeven Der Anführer gab Durchhalteparolen aus. - De aanvoerder zei ons om niet op te geven. |
5) deel van de uitdrukking: (jdm) etw. ausgeben (=zu einem Getränk oder Essen einladen) - uitnodigen
Sie hat mir ein Bier ausgegeben. - Zij heeft mij uitgenodigd voor een biertje.
|
6) deel van de uitdrukking: jemanden / sich als jemand / etw. ausgeben (=fälschlicherweise behaupten, dass jemand / man jemand / etw. ist) - uitgeven
Er hat sie als seine Schwester ausgegeben. - Hij liet haar voor zijn zus doorgaan.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Ausgeben (ww.) | uitbrengen (ww.) ; wegschenken (ww.) ; weggeven (ww.) ; verteren (ww.) ; verstrekken (ww.) ; vergeven (ww.) ; verduren (ww.) ; verdragen (ww.) ; verdelen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; uitkeren (ww.) ; uitgeven (ww.) ; uitdelen (ww.) ; spenderen (ww.) ; slijten (ww.) ; ronddelen (ww.) ; iets uitgeven (ww.) ; doorstaan (ww.) ; doorleven (ww.) ; doorbrengen (ww.) ; distribueren (ww.) ; besteden (ww.) |
das Ausgeben | het publiceren |
Ausgeben | weggegeven ; uitgeven |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ausgeben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abgebenDE: anwendenDE: aufbrauchenDE: aufwarten mitDE: aufwendenDE: aufzehrenDE: ausbringenDE: aushaltenDE: ausharrenDE: auspackenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
ausgeben
NL: een rondje gevenDE: sich
ausgeben
NL: zich uitputten