heben

werkw.

Uitspraak:

[ˈheːbən]

1) nach oben bewegen, richten - optillen

sich heben (=) - omhoog komen Der Vorhang hob sich zum zweiten Akt. - Het gordijn ging omhoog voor de tweede acte.

2) mit den Händen durch die Luft bewegen - optillen

Die Tasche ist so schwer, dass ich sie kaum heben kann. - De tas is zo zwaar dat ze nauwelijks kan tillen. Sie hoben den Verletzten auf die Trage. - Zij tilden de gewonden op de brancard.

einen heben (=Alkohol trinken) - het glas heffen

3) verbessern, steigern - verhogen , verbeteren

den Lebensstandard / das Niveau einer Fernsehsendung heben - de levensstandaard / het niveau van een televisie-uitzending verbeteren

sich heben (=) - verbeteren Seine Stimmung hob sich, als er diese Nachricht erhielt. - Zijn stemming verbeterde zich toen hij het bericht ontving.

4) aus dem Verborgenen hervorholen - bergen
© K Dictionaries Ltd.

heben (ww.)	omhooghalen (ww.) ; verhogen (ww.) ; verhelpen (ww.) ; tillen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; optillen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; ophogen (ww.) ; opheffen (ww.) ; omhoogtrekken (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhoogheffen (ww.) ; omhoog doen (ww.) ; omhoog brengen (ww.) ; naar boven tillen (ww.) ; lichten (ww.) ; hijsen (ww.)
heben	beuren ; ophijsen ; opheffen ; lichten ; hijsen ; heffen

Bronnen: interglot; Wikipedia; SEG; Download IATE, European Union, 2017.; training.bova




DE: abheben
DE: abhelfen
DE: abstellen
DE: angehen
DE: anheben
DE: anlaufen
DE: anmachen
DE: ansteigen
DE: anziehen
DE: aufbrechen

DE: den Umsatz heben NL: de omzet vergroten
DE: ein Schiff heben NL: een schip lichten
DE: die Stimmung heben NL: de stemming verbeteren
DE: die Zähne heben NL: met lange tanden eten
DE: aus der Taufe heben NL: ten doop houden
DE: die Uniform hebt seine Figur NL: de uniform doet zijn figuur beter uitkomen
DE: er hat einiges gehoben NL: (spreektaal) hij heeft een glaasje gedronken
DE: sich heben NL: stijgen, groter worden, beter worden, beter uitkomen NL: tegen elkaar wegvallen
DE: hebe dich weg! NL: maak dat je wegkomt!
DE: gehoben NL: verheven, plechtig
DE: gehobene Berufe NL: hogere beroepen
DE: in gehobener Stimmung NL: in een plechtige, in een vrolijke stemming