Vertalingen ergreifen DE>NL
ergreifen
werkw.
1) nehmen, fassen -
arresteren , pakken , (aan)grijpen Sie ergriff seine Hand und hielt sie fest. - Zij greep zijn hand en hield hem vast. |
2) jemanden finden und festnehmen -
arresteren , pakken , (aan)grijpen einen Täter / Flüchtigen ergreifen - een dader / vluchteling pakken |
3) jemanden überkommen -
pakken , (aan)grijpen Er wurde von Reue / Mitleid / Zorn ergriffen. - Hij werd door berouw / medelijden / woede gegrepen. |
4) drückt aus, dass etw. beginnt -
(aan)grijpen einen Beruf ergreifen (=) - een beroep uitkiezen
|
die Flucht ergreifen (=) - op de vlucht slaan
|
die Macht ergreifen (=) - de macht grijpen
|
das Wort ergreifen (=) - het woord nemen
|
5) jemanden emotional bewegen -
pakken , (aan)grijpen Die Musik hatte sie tief ergriffen. - De muziek had haar zeer aangegrepen. ergreifende Worte - aangrijpende woorden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ergreifen (ww.) | nuttigen (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verschalken (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; vatten (ww.) ; vangen (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; snappen (ww.) ; pakken (ww.) ; oppakken (ww.) ; ontroeren (ww.) ; obsederen (ww.) ; klauwen (ww.) ; inrekenen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; grijpen (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; betrappen (ww.) ; arresteren (ww.) ; aanhouden (ww.) ; aangrijpen (ww.) |
ergreifen | aanhouden ; staande houden ; graaien |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `ergreifen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: Abnormal intrigierenDE: anfassenDE: aufrüttelnDE: aufschnappenDE: aus der Fassung bringenDE: ausspielenDE: beeindruckenDE: bekommenDE: berührenUitdrukkingen en gezegdes
DE: die Flucht
ergreifen
NL: op de vlucht slaanDE: das Wort
ergreifen
NL: het woord nemen