Vertaal
Naar andere talen: • ergreifen > ENergreifen > ESergreifen > FR
Vertalingen ergreifen DE>NL

ergreifen

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈgraifən]

1) nehmen, fassen - arresteren , pakken , (aan)grijpen
Sie ergriff seine Hand und hielt sie fest. - Zij greep zijn hand en hield hem vast.

2) jemanden finden und festnehmen - arresteren , pakken , (aan)grijpen
einen Täter / Flüchtigen ergreifen - een dader / vluchteling pakken

3) jemanden überkommen - pakken , (aan)grijpen
Er wurde von Reue / Mitleid / Zorn ergriffen. - Hij werd door berouw / medelijden / woede gegrepen.

4) drückt aus, dass etw. beginnt - (aan)grijpen
uitdrukking einen Beruf ergreifen
uitdrukking die Flucht ergreifen
uitdrukking die Macht ergreifen
uitdrukking das Wort ergreifen

5) jemanden emotional bewegen - pakken , (aan)grijpen
Die Musik hatte sie tief ergriffen. - De muziek had haar zeer aangegrepen.
ergreifende Worte - aangrijpende woorden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ergreifen (ww.) nuttigen (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verschalken (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; vatten (ww.) ; vangen (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; snappen (ww.) ; pakken (ww.) ; oppakken (ww.) ; ontroeren (ww.) ; obsederen (ww.) ; klauwen (ww.) ; inrekenen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; grijpen (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; betrappen (ww.) ; arresteren (ww.) ; aanhouden (ww.) ; aangrijpen (ww.)
ergreifen aanhouden ; staande houden ; graaien
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `ergreifen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abfangen
DE: Abnormal intrigieren
DE: anfassen
DE: aufrütteln
DE: aufschnappen
DE: aus der Fassung bringen
DE: ausspielen
DE: beeindrucken
DE: bekommen
DE: berühren

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Flucht ergreifen NL: op de vlucht slaan
DE: das Wort ergreifen NL: het woord nemen