Vertaal
Naar andere talen: • ausspielen > ENausspielen > ESausspielen > FR
Vertalingen ausspielen DE>NL
ausspielen (ww.) een spier verrekken (ww.) ; naar buiten hangen (ww.) ; obsederen (ww.) ; opspelen (ww.) ; opspelen kaartspel (ww.) ; uithangen (ww.) ; uitspelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ausspielen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abnormal intrigieren
DE: Abschweifen
DE: ankommen
DE: aufkommen
DE: auskommen
DE: ausschweifen
DE: austragen
DE: eingestehen
DE: eingreifen
DE: einpacken

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er hat ausgespielt NL: hij heeft niets meer in te brengen